gezondheid

  

 

Enkele aandachtspunten bij het ECVO oog-onderzoek

 

Regelmatig krijgt de gezondheidscommissie van de WHWTCN vragen over( de uitslagen van) het ECVO oog-onderzoek. Ter verduidelijking een uitleg op veel gestelde vragen.

 

De uitslag
De uitslag van het ECVO oog-onderzoek kan op drie manieren kenbaar gemaakt worden aan de gezondheidscommissie.
1. Via de gele kopie van het originele uitslagformulier, dat u van de oogspecialist
  krijgt. U stuurt dit zelf naar de gezondheidscommissie.  Hou er rekening mee dat dit de geldende uitslag is. U tekent hier voorafgaande aan het onderzoek voor en de uitslag zal altijd naar GGW gaan. Een scan van dit gele formulier is voor ons niet altijd goed leesbaar en er zal soms om verduidelijking worden gevraagd.
2. Via een excel-bestand, dat wij per kwartaal van de afd.GGW van de Raad van Beheer krijgen. Wij hebben als rasvereniging een convenant afgesloten met de Raad van Beheer, waardoor wij alle ECVO uitslagen van de West Highland White Terrier in Nederland krijgen. Ook buitenlandse onderzoeken, gedaan door een ECVO specialist, van Nederlandse honden komen bij de Raad van Beheer, en dus bij ons, terecht. De buitenlandse specialist moet dit wel apart aan de Raad doorgeven. In Nederland gaat de uitslag automatisch naar de Raad.
3. Via de website van de Raad van Beheer(
www.houdenvanhonden.nl) .Onder "gezondheidsonderzoeken online” kunt u en wij ook ,na invulling van naam of NHSB-nummer, de uitslagen van elke geteste hond vinden.

 

Nu komt het nog al eens voor dat dezelfde uitslagen van een en dezelfde hond, via de drie aangegeven mogelijkheden, van elkaar verschillen. Zowel in het excel-bestand als op de website van de Raad blijven uitslagen van vorige onderzoeken soms staan. Dat is soms terecht, maar soms ook niet. In het algemeen geldt dat van bepaalde oogafwijkingen, zoals distichiasis, de diagnose altijd blijft staan. O.a. door een zg. panelonderzoek van de ECVO, kan een uitslag veranderen. Zo zijn er nog andere mogelijkheden waardoor er later een andere uitslag genoteerd zal worden, bijv. als een uitslag "voorlopig niet vrij”, met heronderzoek na 6 maanden, op het formulier wordt aangegeven. De medewerkers van GGW mogen een uitslag natuurlijk niet zelf aanpassen, dus als er eenmaal een afwijking genoteerd staat, blijft die(zonder nader panelonderzoek) ook staan. Zelfs als u bij een hernieuwd onderzoek een andere, betere uitslag krijgt van de oogspecialist. Het is aan te bevelen zelf de uitslag van uw hond te controleren en in ieder geval altijd de originele uitslag naar de gezondheidscommissie van de WHTWCN te sturen.

 

Wanneer wordt de uitslag gepubliceerd?
De uitslag van een ECVO onderzoek mag pas na 6 weken gepubliceerd worden. In die tijd is nog beroep mogelijk. Als u zelf geen uitslagformulier naar de gezondheidscommissie stuurt, kan het wel eens lang duren voordat wij daarvan op de hoogte zijn. De excel- bestanden van de Raad laten soms lang op zich wachten en komen soms ook net
  binnen nadat het clubblad naar de drukker is.

 

Wat wordt er van de uitslag gepubliceerd?
In het verleden werden alleen de (erfelijke) oogafwijkingen, die in de twee aangegeven rijen op het ECVO formulier staan, weergegeven in het clubblad. De ECVO-specialisten hebben sinds augustus 2016 een andere manier van noteren. Alle afwijkingen aan het oog worden genoteerd, soms bij opmerkingen. Wij publiceren dan nu ook al deze opmerkingen. Speciale aandacht verdient de uitslag MPP iris (vroeger MPP iris-iris genoemd). Voorheen werden honden met deze, vaak onschuldige vorm van MPP, vrij gegeven van erfelijke oogafwijkingen. Sinds augustus 2016 krijgt dezelfde hond, met een ongewijzigde vorm van MPP, meestal de uitslag "niet vrij van MPP iris”. Er is aan uw hond en aan de aandoening niets veranderd, maar als u met zo’n hond wilt fokken kan zich een probleem voordoen. Niet voor de hond of haar pups, maar voor u als fokker. U fokt dan namelijk met een teef die niet vrij is van een, als erfelijk beschouwde, aandoening. Vermeld de constatering van MPP iris altijd in uw koopcontract, zodat de pup-koper hiervan op de hoogte is. Dit kan u, in geval van een rechtszaak, zelfs over een andere erfelijke aandoening, een hoge straf of boete besparen.

 

Wanneer laat ik mijn hond testen?
Het VerenigingsFokReglement(VFR) van de WHWTCN geeft aan dat een reu of teef bij een dekking een geldig ECVO onderzoek moet hebben. Bij een dekking draagt u daar zelf verantwoording voor. Vraag dus om inzage in de ECVO-uitslag van fokdieren bij een dekking.
Een geldig oogonderzoek wil zeggen: niet ouder dan 12 maanden. Eenmalig onderzoeken is voor fokdieren zinloos. Bij de Westie treed vaak pas na een jaar of vier een vorm van (blindheid veroorzakende) Cataract op. Die vorm mis je met eenmalig onderzoek van een jonge hond en je blijft dan doorfokken met een zieke hond. Natuurlijk heeft deze hond op jongere leeftijd de aandoening ook in zijn DNA opgeslagen en geeft hij hem ook door aan zijn of haar nakomelingen. De afwijking is dan echter nog niet tot uitdrukking gekomen en zowel u ,als fokker, en ook de oogspecialist, weten dan nog niet dat er een afwijking speelt. Helaas is daar niets aan te doen, zolang er geen DNA-test is voor deze vorm van Cataract bij de Westie is. Ook de ouderdieren, die slechts drager van het gen voor de afwijking zijn en deze afwijking dus zelf niet krijgen, komen niet aan het licht bij onderzoek. Het blijft dus uitermate belangrijk de ogen te blijven testen, om een explosie van bijv. Cataract in het ras te voorkomen.
In principe zou een hond, waar (op dat moment) niet mee gefokt wordt, niet onderzocht hoeven worden. Toch is het aan te raden dat wel te doen, zeker in geval van klachten. Op deze manier krijgt de WHWTCN ook een beter inzicht in de mate van voorkomen van diverse afwijkingen. De vereniging heeft dan ook een plan om een grootschalig, door de WHWTCN gesponsord, ECVO onderzoek te starten. Hierbij kunnen ook honden, waar niet mee gefokt wordt op een gemakkelijke en voordelige manier, worden onderzocht ter inventarisatie van oogafwijkingen bij het ras.
Een ECVO-oogspecialist kan overigens ouderdomscataract duidelijk onderscheiden van de andere (erfelijke) vormen van Cataract.
Er is ook een speciaal puppy-oogonderzoek mogelijk. Pups kunnen daarbij, al voor ze naar de nieuwe eigenaren gaan, getest worden op aangeboren afwijkingen.

 


Alle aandoeningen waarmee niet gefokt mag worden zijn te vinden in het VFR. Het VFR is te vinden op onze website bij de  Bestanden / Downloads

Een lijst van ECVO oogspecialisten is te vinden op www.houdenvanhonden.nl

*********************************************************************************

 

Net als alle dieren zijn ook Westie's wel eens ziek. Vaak gaat het om infectieziekten. Braken, diarree, koorts en verwondingen moeten soms door een dierenarts behandeld worden. Ook voor de behandeling van vlooien, teken en wormen kunt u het best de dierenarts om advies vragen. Bij Westies komen, net als bij andere rashonden en ook rasloze honden, erfelijke ziekten voor.

Bij Westies komen, gelukkig maar zelden, erfelijke oogziekten voor(Cataract,Dry Eye Syndroom,MPP). Ook levershunt en koperstapeling komen een enkele keer voor. Wat vaker komen huidproblemen voor, al dan niet in combinatie met oorontsteking. De achterliggende oorzaak is vaak een allergie o.a.voor voedsel. Ook vlooienallergie komt regelmatig voor. Over al deze afwijkingen kunt u onder de button downloads meer lezen. Fokkers kunnen de ouderhonden waarmee gefokt wordt laten testen op een aantal van deze erfelijke afwijkingen.
 
Ook de volgende erfelijke afwijkingen komen bij Westies voor;
-CMO(Crano Mandibulaire Osteopathie) is een ziekte van het kaakbot, die zich meestal op de leeftijd 4 tot 9 maanden openbaard. Symptomen zijn een gezwollen kaak, pijn en moeilijk eten. De ziekte is te behandelen maar niet te genezen.
-Legg Perthes of ziekte van Calvé is een afwijking van de heupkop. De klachten(pijn en manklopen) beginnen meestal tussen de 5 en 8 maanden. Operatie, waarbij de heupkop wordt verwijderd, kan uitgevoerd worden door een Orthopeed.
-Patella Luxatie is een afwijking van de knie. De knieschijf verschuift als het ware en de hond maakt een paar huppelpasjes en loopt enige tijd met opgetrokken achterpoot. Vaak schiet de knieschijf vanzelf weer terug, maar in ernstiger gevallen is een operatie nodig. Patella Luxatie komt in diverse gradaties voor. Ouderhonden kunnen op deze (deels) erfelijke aandoening getest worden.